Het schaakspel is een strategisch bordspel voor twee personen. De spelers hebben ontzettend veel speelmogelijkheden en het is vaak onmogelijk om de consequenties van iedere zet te voorzien. Om het spel goed te spelen is veel inzicht nodig, maar ook moed en ervaring spelen een belangrijke rol. Het uiteindelijke doel van het schaakspel is het schaakmat zetten van de koning van de tegenpartij.
Bekende namen
De eerste vorm van het schaakspel is al duizenden jaren oud en heeft voor veel legendes gezorgd. Dat blijkt wel uit het feit dat veel schaakverenigingen naar beroemde schakers zijn vernoemd. Overigens komen er ook de nodige mythologische figuren voorbij. Griekse goden zoals Pallas en Palamedes worden zelfs in verband gebracht met de uitvinding van het spel. Maar ook Paris die de mooie Helena heeft geschaakt, ook zij worden hiermee in verband gebracht. Dan is er nog Caïssa, de Godin van het schaken. Haar naam is dan wel aan schaken verbonden, echter was zij een fantasiefiguur dus zij kan het spel onmogelijk bedacht hebben.
De visie van een historicus
De historicus H.J.R. Murray gaat voor de theorie dat de oorsprong van schaken in India ligt. Hij beschrijft dit in zijn werk ‘A History of Chess’. Later wordt dit weer betwist en wijst men China aan als beginbasis. Tegenwoordig hinkt men op twee gedachten: of China of Oezbekistan. In ieder geval zijn er wereldwijd aanwijzingen dat er in veel landen schaak werd gespeeld, hoewel men toch sterk het gevoel krijgt dat de oorsprong in Azië ligt. Het zou namelijk een variant zijn op het oude chaturanga, een spel voor vier personen dat zich via China en Japan naar de Arabische wereld en daarna na Europa verspreidde. Ook wordt er gedacht dat in Europa de Vikingen hier een belangrijke rol in hebben gespeeld, omdat de oudste schaakstukken langs de kustlijn gevonden zijn. Het huidige schaakspel is ontstaan aan het eind van de 15e eeuw. Het schaakstuk de dame kreeg in die tijd ook een meer prominente rol.
Waar komt de naam vandaan?
Het woord ‘schaak’ is afkomstig van het Perzische woord ‘shāh’ dat ‘koning’ betekent. Het woord schaak is behalve de naam van het spel ook de naam van een situatie in het spel, namelijk de situatie wanneer de koning aangevallen wordt. Ook het woord ‘mat’ is afgeleid van een Perzisch woord, namelijk van ‘maata’, wat ‘versteld raken’ betekent.
Het spel
Het schaakspel bestaat eigenlijk uit drie fases, namelijk de opening, het middenspel en het eindspel. Deze fases gaan geleidelijk in elkaar over en het is niet per definitie zo dat alle drie de fases aan bod komen. Het spel kan natuurlijk ook al beëindigd worden door bijvoorbeeld een foute zet tijdens de openingsfase. Er zijn verschillende reglementaire stellingen op het schaakbord. De complexiteit van het schaken werd voor het eerst benaderd door Claude Shannon. Er kunnen bijvoorbeeld 30 tot 40 reglementaire zetten mogelijk zijn bij een gemiddelde stelling, nul (bijvoorbeeld bij schaakmat) of 218.